woensdag 28 december 2016

Balansverslag Nicky van Holten



Balansverslag

Zelf vind ik vooral boeken mooi waarin ik mijzelf kan inleven, daardoor had ik een bijzondere voorkeur voor het boek Zaken over zee. In mijn toekomst zou ik graag in Azië willen wonen en werken waardoor ik het boek wat bijzonder natuurgetrouw geschreven is heel mooi vond. Vooral de gedetailleerde en duidelijke omschrijvingen van de verschillende culturen van de volkeren die in het boek worden genoemd, waardoor je ook veel leert over de omgeving in Nieuw-Guinea en de politieke situatie rondom de kolonies in de 20ste eeuw. Het boek van Multatuli is ook te vergelijken met het boek Zaken over zee, dezelfde politieke situaties en omstandigheden in de kolonies. Echter zijn beiden vanuit een ander aspect, Max Havelaar staat vooral aan de kant van de bevolking in het gekoloniseerde land Indonesië terwijl de hoofdpersoon in het boek Zaken over zee juist aan de kant van de ‘hoge pieten’ staat hij denkt dus meer dat die volkeren ‘dom’ zijn.

Voor mij springen er niet bepaalde literatuurlessen eruit, alle literatuurlessen zijn interessant geweest en zeer leerzaam. De literaire boeken die je leest kun je nu beter begrijpen en ook de politieke, sociale en psychologische lessen die boeken bevatten er beter uit kunt halen. Daardoor zijn literatuurlessen zeker belangrijk om de geschiedenis van Nederland te kennen en daardoor ook wat er zich allemaal heeft afgespeeld.


De boeken die vooral over de theorie van het determinisme gaan, dus dat erfelijkheid bepaalt waardoor je dus niet of in het boek juist wel op de ladder kan klimmen vind ik moeilijk te lezen. Deze boeken zijn vaak geschreven in de tijd dat alles zeer gedetailleerd werd beschreven waardoor de boeken langdradig zijn. De spanning in het verhaal bouwt vaak wel wat op maar het is nogal moeilijk om door de bladzijde heen te komen en er gebeurt voor mij vaak te weinig in het boek om het nou zo interessant te vinden.



Door de literatuurlessen en het lezen van verschillende soorten boeken ben ik er zeker anders naar gaan kijken. Naast de fictieve boeken zijn er ook boeken die weergeven hoe het ‘vroeger’ ging waardoor je ook leert van de boeken. Daarnaast zijn er soms boeken die je gevoelens ondersteunen of een mening oproepen bij je. Het is heel interessant om te zien wat je allemaal wel niet van een boek kan leren en anders in het leven kan gaan staan.

Toen ik in de eerste jaren van het Gymnasium boeken las, was het vooral leuk om fictieve boeken te lezen terwijl ik nu merk dat ik boeken die over de realiteit gaan veel interessanter zijn en ook veel vaker emoties bij me kunnen oproepen.



Over het algemeen ben ik best wel tevreden met mijn blog, er zijn wel verschillende boeken die ik liever wat verder had willen uitwerken om de boeken wat beter te snappen vaak helpt het ook om via internet recensies te lezen. In deze recensies zie je dan dat iedereen een boek via hun eigen achtergrond beoordeeld.

Literatuur kan heel goed gebruikt worden om emoties op te wekken, maar zeker ook om vele dingen te leren zoals geschiedenis maar ook aardrijkskunde en politieke omstandigheden in Nederland. Daarnaast krijg je in sommige boeken echt een idee van hoe het in die tijd was, daarvoor zou ik graag meer boeken willen lezen om mijn kennis te vergroten.



Literatuurdocenten moeten proberen leerlingen duidelijk te maken dat boeken niet alleen zijn om voor het plezier te lezen, maar dat er in boeken vaak veel meer zit dan alleen een verhaal over iemand. Probeer als docent de leerling te stimuleren de huidige kennis over geschiedenis, aardrijkskunde of politiek in boeken te vergelijken daardoor leer je veel meer over een boek dan wanneer je het leest als ‘een verhaal’.

donderdag 17 november 2016

Van de koele meren des doods door F. van Eeden (1900) gelezen in klas 6. (Niveau 5)


VAN DE KOELE MEREN DES DOODS DOOR F. VAN EEDEN (1900)

Van de koele meren des doods is een in koele hooge effenheid geschreven roman die zich afspeelt in de negentiende eeuw. Het boek is opgezet vanuit de principes van de naturalistische romankunst. Naturalisme verwijst in de literatuur naar een stroming in 1850 tot 1900, gezien als een reactie op de romantische literatuur. Het naturalisme zijn beïnvloed door ideeën van Auguste Comte, Karl Marx en Charles Darwin. 

Kenmerken van de naturalistische literatuur zijn;
Seculier wereldbeeld (religie en geloof mogen geen invloed uitoefenen op de maatschappij) en de afwezigheid metafysische of symbolische elementen;
Nerveuze, zwakke en/of zieke hoofdpersoon, determinisme (elke gebeurtenis is veroorzaakt door andere gebeurtenissen) en erfelijke bepaaldheid;
Natuurlijke dialogen en personages die in dialect praten;
Taboedoorbrekende seksualiteit;
Ontnuchtering in de loop van het verhaal;
Maatschappijkritiek (sociale omgeving);
Objectieve verteller;
De vrije indirecte rede (stijlfiguur die het midden houdt tussen een monoloog en een verslag van de beleving van iemand anders) beschrijft wat er in de personages omgaat;
Geloofwaardig; de plaatsen bestaan echt en gebeurtenissen zijn actueel;
Bijna wetenschappelijke analyses (evolutieleer medisch, psychologisch en sociologisch).

Van de koele meren des doods is een psychologische roman. Daardoor ligt in het boek de nadruk op de beschrijving van het innerlijke leven van de hoofdpersoon. Hierbij wordt het eerste naturalistische kenmerk al gebruikt, in het boek wordt het innerlijke leven van Hedwig (de hoofdpersoon) uitgebreid ontleed, het zijn bijna wetenschappelijke analyses over haar gevoelens. Door een objectieve verteller die zich daarbij van een oordeel onthoudt zou de psychologische roman een nauwkeurig waar getrouw beeld geven van de psychologische ziekte van Hedwig. Echter heeft van Eeden hier tegen de kenmerken van het naturalisme ingewerkt en heeft het verhaal juist géén objectieve verteller gegeven. De auctoriële verteller geeft zijn standpunt of commentaar op gebeurtenissen. 'Zij zag als kind het tijdelijke en meest vergankelijke eerst en hield dat voor het waarachtigst maar later zag zij het meer blijvende en tijdeloze, dat er even goed was geweest, beter voor wat het was, haar meest werkelijke leven. Doch zeer moeilijk werd het haar dit aldus te begrijpen, daar de mensen, door de lage en slechte levenswijze onzer dagen steeds nog als kinderen het tijdelijke en vergankelijke als het voornaamste deel huns levens achtend haar groeiende wijsheid door ongeloof en geringachting vertraden.'

Hoe verder je komt in het boek hoe méér de hoofdpersoon erachter komt wat de oplossing is voor haar problemen die volgens Hedwig zijn ontstaan vanuit het determinisme. Alles wat zij doet heeft volgens Hedwig zelf gevolgen voor haar toekomst, zij wordt gestraft door god of juist geliefd.
Hedwig komt zelf uit een gegoede familie en in het boek wordt zij meerdere keren door anderen mensen gekenmerkt volgens de deterministische theorie, waarbij Hedwig een enigszins labiele, overgevoelige vrouw uit de kring van de gegoede burgerij is.
'En jij zelf..... mooi en fijn. Want de voorvaders konden letten op goed ras. En nou; doodwillen en ellende en nergens lust in' 
Echter gedraagt Hedwig zich in het verhaal ook 'hoger', zij veracht het vunzige dialect en het leven van de gewone burgers.
'Het meest vreesde zij een huis in de stille achterbuurt waardoor zij gaan moest om tot de arme buurt te komen. Dat was het uiterste van saaiheid. Het was een knoopenwinkel, halfdonker, met hooge ramen. Het rook er altijd even duf, een beklemmende, eigenaardige duffe stand, soms gemengd met den geur van gestoofde kool of uien. De bewoner hadden beiden een slechten adem en spraken zacht.'

Maar in het boek zijn er enkele uithalen op de maatschappij en de erfelijkheid door bijvoorbeeld Hedwig zelf maar ook andere personen zo bijvoorbeeld door Joob een vriend van Hedwig.
'Toen Hedwig intrad werd hij geholpen aan zijn kleeding, door een klein ouwelijk dienstmeisje, met glad-gestreken bruin haar, een bleek glimmend, leelijk gezichtje en roode handen. 'Geef haar een hand. Ze is verheven bove stand, bove lof en bove sexe'. Maar eigenlijk was het maar een dienstmeid en dat betekent dat zij tot de burgers hoorden en dus zeker niet verheven was.

In het boek zijn meerdere dialogen zonder of met dialect uitgeschreven. Het boek doet geen uitspraken over een seculier wereldbeeld, het geloof wordt gebruikt om aan het 'fatsoen' en de normen en waarden te doen. In het boek wordt door van Eeden openlijk over seksualiteit gesproken, maar hij geeft als opvatting dat de seksuele beleving volgens hogere geestelijke liefde tussen twee mensen moet plaatsvinden. Hierin gaat van Eeden juist tegen de naturalisten in, hij blijft bij de taboe van hogere seksualiteit.

Aan het einde van het verhaal blijkt de psychologische oplossing voor de zieke Hedwig gevonden, het snappen wat God's wil is veroorzaakt dat zij voor het eerst gelukkig is in het leven.
'Alles genoot zij, zooals nooit te voren, het aansteken van haar lampje, het bijeen zitten rondom het sobere maal het mooi der kleine dingen in de natuur, der mosplantjes op 't dak, der vogels, der bloemen. En de kleine teekenen van goeden wil en dankbaarheid in kinderen of menschen.'

Het blijkt wel dat van Eeden niet alleen schreef volgens de naturalistische opvatting om een objectieve natuurgetrouwe beschrijving te geven. Maar ook zijn eigen standpunten en commentaren wilde openbaren. Van de koele meeren des doods is dan ook niet een typisch naturalistische roman te noemen.

vrijdag 23 september 2016

Mystiek lichaam door F. Kellendonk (1986) gelezen in klas 6. (Niveau 6)


MYSTIEK LICHAAM GESCHREVEN DOOR F. KELLENDONK (1986)

Het 195 bladzijden bevatte boek Mystiek Lichaam geschreven door Frans Kellendonk verscheen op vrijdag 9 mei 1986 bij uitgeverij Meulenhoff. De psychologische roman die onderwerpen als homoseksualiteit, dood, religie en familie aansnijdt, werd door Aad Nuis als 'Onmiskenbaar antisemitisme in sluiers van ironie' bestempeld. Er volgde een discussie welke vooral plaats vond in de kranten. Frans Kellendonk heeft met deze laatste roman een Bordewijkprijs binnengesleept en is op betrekkelijk jonge leeftijd overleden aan aids, een onderwerp van zijn laatste roman geschreven in een stijl vol versieringen en beeldspraak.

Mystiek lichaam gaat over een vrekkige weduwnaar, Gijselhart, zijn naïeve dochter Magda, die Prul genoemd wordt en zijn homoseksuele zoon Leendert Gijselhart, die als kunsthandelaar in New York woont.
In het eerste deel van de roman verheugt vader Gijselhart zich over het feit dat zijn Prulletje weer thuis komt wonen. Hij heeft voor haar een prachtige kamer, het 'Prulmuseum' gereed staan.
Op afstand van zijn familie houdt zoon Leendert Gijselhart zich in het tweede deel van de roman bezig met allerlei levensvragen, zoals de zinloosheid van het bestaan van de homo, aangezien hij als kinderloze geen bijdrage kan leveren aan de voortgaande geschiedenis van generaties.
In het laatste deel keert de zieke (aan de toen nog dodelijke ziekte aids lijdende) Leendert terug naar zijn ouderlijk huis. Daar komt, behalve Gijselhart en Prul ook de joodse man Pechman en het kind wonen. Leendert is wat minder welkom, wordt ondergebracht in een schuur.
Tenslotte verhuist Prul met haar man en kind naar Zwitserland. Dan is er nog weinig hoop voor vader Gijselhart en zieke zoon: vader kwijnt langzaam weg en Leendert kijkt de dood in de ogen.

Het boek is mysterieus om te lezen en laat de lezer in spanning afwachten, de lezer wordt ingeleid in een verhaal en komt er langzaam achter wat er aan de hand is. De beeldspraak en versieringen in het boek laten je het boek niet té serieus opnemen, hoewel het boek een diepe betekenis heeft. Zo ervaart met de verdorvenheid van de maatschappij goed in het pöëtisch geschreven boek welke in sommige opvattingen iets te sterk zijn punt wilde laten uitkomen waardoor ik een deel van het boek kokhalsend heb gelezen (wanneer Broer het lymfevocht van de 'rijpere' jongen opdronk). Ook de verwijzingen naar het kindermisbruik door de 'rijpere' jongen deden mij huiveren.

Een zeer melodramatisch boek met een zwaarbeladen dieptegang welke langzaam door het hele verhaal komt opzetten. Zeker een mooi boek om te lezen qua schrijfstijl, maar de dieptegang was voor mij nog iets te wazig.







zaterdag 25 juni 2016

Karakter door F. Bordewijk (1938) gelezen in klas 5. (Niveau 4)


KARAKTER DOOR F. BORDEWIJK (1938)

Het boek Karakter is geschreven door Ferdinand Bordewijk, de eerste uitgave van het boek verscheen in 1938. Het is op een nuchtere en afstandelijke manier geschreven en kan daardoor worden toegekend aan de stroming van nieuwe zakelijkheid. De titel is Karakter omdat Jacob Willem Katadreuffe karakter toont door wilskracht en doorzettingsvermogen. Ook wordt gewezen op de harde karakters van Dreverhaven, de moeder van Jacob en Lorna te George.

Karakter is een bildungsroman; een psychologische roman die de ontwikkeling van de geest en persoonlijkheid van Willem Katadreuffe verteld, zijn overgang van jeugd naar volwassenheid, waarbij identiteit en rol in de wereld een rol spelen, zo heeft hij het boek de opdracht meegegeven 'Aan mijn kinderen Nina en Robert'. Centraal in de bildungsroman staat de emotionele, morele en intellectuele groei. Jacob wordt gevormd door de mensen die hij ontmoet en waarbij de protagonist de hem omringende normen en waarden stukje bij beetje leert accepteren.

De hoofdpersoon, Jacob Willem Katadreuffe, wordt geboren in Rotterdam, rond Kerstmis, aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn moeder, Joba, was vroeger dienstbode bij de gevreesde deurwaarder Dreverhaven, die haar overweldigde. Na de verlossing met de keizersnede is ze zeer verzwakt. Joba weigert vervolgens zowel Dreverhavens huwelijksaanzoek als zijn maandelijkse financiële ondersteuning; zoals ze ook het aanzoek van schipper Hein afwijst. De eerste armoedige jaren in het leven van Katadreuffe verstrijken. Na de lagere school heeft hij allerlei baantjes, dan is hij een tijdje werkloos en leest hij te hooi en te gras in degelijke lectuur. Joba voorziet in het levensonderhoud met opvallend en modern handwerk dat bij de kopers in de smaak valt. Als commensaal heeft ze de machinebankwerker Jan Maan in huis genomen; een communist die met zijn ouders ruzie heeft over een meisje. Hij zal een trouwe vriend van Katadreuffe worden (hoofdstuk één tot en met zes)
Met een voorschot van een woekerbankje koopt Katadreuffe een sigarenzaakje in Den Haag. Het wordt niets en de Rotterdamse woekerbank vraagt zijn faillissement aan. In verband hiermee heeft Katadreuffe op het advocatenkantoor van Stroomkoning een gesprek met zijn curator De Gankelaar. Tijdens het wachten beseft Katadreuffe dat hij niets weet en besluit hij in dit kantoor aan zijn carrière te gaan werken. Het lukt hem om De Gankelaar zover te krijgen hem een baantje te bezorgen. Hij ziet zijn vader op het kantoor. Katadreuffe krijgt een kamer bij Stroomkonings conciërge Graanoogst, boven het kantoor, en voelt zich daar depressief. Maar in zijn werk overtreft hij De Gankelaars verwachtingen. Hij leert het kantoor kennen en bureauchef Rentenstein vertelt hem een huzarenstukje van Dreverhaven en Stroomkoning: de beslaglegging op een Italiaanse boot (hoofdstuk zeven tot en met twaalf)
Dreverhaven is iemand die langs de rand van de wet manoeuvreert. Op een vernuftige manier laat hij zijn twee lampenwinkeltjes met elkaar concurreren. In de loop der jaren wordt de deurwaarder steeds meedogenlozer en hij lokt gewelddadigheden jegens zichzelf uit. Zijn zoon overhandigt hij zelfs een mes, als deze tekeergaat vanwege het tweede faillissement dat Dreverhaven heeft aangevraagd. Dat faillissement wordt door Stroomkoning mild opgenomen (hoofdstuk dertien tot en met vijftien)
Op Lieske, Graanoogst dienstbode en op de typiste Sibculo, die beiden verliefd op Katadreuffe zijn geworden, reageert Katadreuffe geïrriteerd; slechts Stoomkonings secretaresse Te George interesseert hem. De juristen op het kantoor worden beschreven (hoofdstuk zestien en zeventien)
Er is een opstand in Rotterdam en in het centrum van de troebelen zet Dreverhaven, geholpen door zijn vervaarlijke assistenten, met plezier een gezin uit huis. Katadreuffe heeft aanvankelijk een wisselende houding tegenover de politiek, maar hij vervreemdt langzaam van het volk. Als hij Stroomkoning in een chique restaurant moet opzoeken, herhaalt zich het visioen van de vijf zonnen bij zijn eerste betreden van het kantoor: nu is hijzelf de zesde. In ieder geval volgt hij Rentenstein op als chef wanneer die wegens fraude wordt ontslagen (hoofdstuk achttien tot en met twintig)
Vlak voor Katadreuffe zijn staatsexamen behaalt, eist Dreverhaven dat hij de schuld aan hem voldoet. Een derde faillissement gaat niet door, wel raakt Katadreuffe oververmoeid. Bij het vieren van het examen houdt hij een toespraak voor zijn collega’s over het ontdekken van je gaven en het vooruitkomen. Als Te George afscheid van hem neemt is dit geladen met het besef dat Katadreuffe voor zijn carrière kiest. Het wordt het belangrijkste moment van zijn leven. Te George neemt ontslag en de echtgenote van Stroomkoning signaleert het verband met Katadreuffe. Spoedig volgen verdere mutaties: Piaat sterft en De Gankelaar vertrekt naar Indië. Katadreuffe haalt in één jaar zijn kandidaats rechten (hoofdstuk eenentwintig tot en met vierentwintig)
Met de gezondheid van Joba gaat het achteruit en ze weigert wederom een aanzoek van Dreverhaven. Bij deze gelegenheid vertelt deze haar dat hij hun zoon voor zijn negentiende zal ‘wurgen’, maar dat het restje hem groot zal maken. Zelf raakt de deurwaarder in de problemen. In een gril zet hij alle huurders van zijn kantoor op straat (hoofdstuk vierentwintig)
Katadreuffe vindt de films van Eisenstein subliem. Hij begint Stroomkoning te waarderen op wiens jubileum advocate Kalvelage een flitsende speech houdt. Stroomkonings kinderen hebben iets decadents. Later op de avond gaat men uit in Den Haag, waarbij Katadreuffe zich ongemakkelijk voelt. Als hij vlak voor zijn doctoraal Te George per toeval ontmoet, zegt hij haar nooit met een ander te zullen trouwen. Zijn moeder, die vlakbij zat, noemt hem een ezel. Nadat hij is afgestudeerd vraagt Katadreuffe Rentenstein als zijn opvolger terug. De deken bevindt Schuwagts bezwaren tegen Katadreuffes toelating tot de balie ongeldig. De jonge advocaat wil een heer worden, een ‘all-round man’. Bij een afrekening bezoek aan Dreverhaven weigert hij diens hand, zijn vader meent echter dat hij juist heeft meegewerkt. Ontroerd raakt Katadreuffe bij Joba’s overbodige testament (hoofdstuk vijfentwintig tot en met achtentwintig)
Uit: Analyse en samenvatting van literaire werken: F. Bordewijk, Karakter, Memoreeks.

De verwachtingen voor het boek lagen gemiddeld, ikzelf hou van een oude schrijfstijl zoals in het boek aanwezig was. Daarnaast hou ik van het Nederlandse verleden qua trappen in de samenleving welke in het boek te vinden waren, zelfs waar het boek óver gaat. Zo begon ik in het boek karakter, de eerste paar bladzijden waren moeilijk door te komen, zonder een dergelijke spanning die me in het boek hield.

Het eerste motief is het verhaalmotief ‘de liefde die de vader voor de zoon voelt’. Ondanks dat Katadreuffe de naam van zijn moeder draagt, en Dreverhaven hem nooit heeft kunnen zien opgroeien, voelt hij toch liefde voor hem. Dreverhaven wil Jacob Willem hogerop helpen door hem het zo moeilijk te maken als hij kan. Hij hoopt dat zijn zoon hier heel veel van leert en in het vervolg weet te anticiperen. Dit doel van Dreverhaven blijkt pas later in het verhaal, wanneer Dreverhaven opnieuw naar mevrouw Katadreuffe gaat met een huwelijksaanzoek. P.201:”..ik wurg hem voor negen tienden, en dat éne tiende dat ik hem laat, dat kleine beetje asem zal hem groot maken, hij zal groot worden,hij zal, bij god, groot worden!”
Tegen Katadreuffe zegt hij het ook nog een keer, maar die neemt hem in het begin niet helemaal serieus. Wanneer Katadreuffe voor het laatst naar zijn vader toegaat, en hij zegt waarom hij hem altijd moest tegenwerken, hij hem klein wilde krijgen antwoordde hij dat hij hem heeft meegewerkt. P.244:”Zijn monde opende zich als om een gebrul uit te stoten…evenwel..: Of méegewerkt, zei hij langzaam, en duidelijk, en schor, maar zacht…”

Het tweede motief is het verhaalmotief ‘ambitie’. Katadreuffe heeft namelijk de ambitie om advocaat te worden en iets voor te stellen in de maatschappij, maar vooral wil hij winnen van zijn vader. Hij werkt zo hard dat zijn vader hem niet onder de tafel kan krijgen. p.124:“ ‘Ja, ik wil u trotseren. Als u mij doortijd in de gelegenheid stelt dan wil ik het tegen u opnemen.’ Dreverhaven sloot zijn ogen opnieuw. Dat was ras, die jongen toonde karakter.” Zijn ambities zorgen ervoor dat hij doet wat hij leuk vindt, en het ook aankan. Dreverhaven heeft weer zijn eigen ambities, zijn passie is zijn werk als deurwaarder. P.123: “Want niet al die voorafgaande exploten, maar executie was zijn lust en leven, het beslag leggen, de publieke verkoop, de ontruiming, het opensteken van sloten, het vermeesteren van inhuizige versperringen, het bij hun kraag vatten van de schuldenaars om ze op te brengen naar het huis van bewaring ter gijzeling, dat alles in naam der Wet, in naam des Konings, in naam van de Hoogste God, het Geld.” p.25: “toen stond er in Katadreuffe iets op. Het ware was niet een klein winkeliertje willen worden, het was dit. Al wat hij wist, en hij wist uit het Lexicon heel wat, veel meer dan andere jonge mannen van zijn stand en ouderdom, was niets, want het leidde niet tot dit. Hij vroeg zich zich niet af wat hij daarmede precies bedoelde, en hij bedoelde het ook niet precies. Heel precies wist hij toch twee dingen: laag beginnen, weg van zijn moeder. Deze twee dingen behoorden volstrekt bij elkaar. Hij zou ook thuis wel laag kunnen beginnen, maar hij voelde dat hij er niet vermocht op te klimmen. Hij wás laag begonnen, en altijd weer opnieuw. Eén en twintig jaar van mislukking, maar het gaf niet.”

Het laatste motief is geld. Dit is min of meer ook een verhaalmotief. Geld speelt een belangrijke rol in dit boek. Geld laat in het verhaal ook karaktereigenschappen en relaties van personen met elkaar zien. Joba accepteert geen geld van Dreverhaven, zij wil onafhankelijk zijn en haar zoon alleen opvoeden. Door het gebrek aan geld van Katadreuffe komt hij in contact met zijn vader, die hem twee maal failliet laat gaan. Doordat Katadreuffe weinig geld had in het begin, leert hij ermee om te gaan en zorgvuldig zijn schulden af te betalen. Daarnaast heeft Dreverhaven een verslaving voor geld. P.122: “Hij dronk de laatste tijd weer veel, dat had hij in buien, zoals het gaan naar vrouwen. Hij kon het even goed volhouden als nalaten, hij had maar een verslaafdheid, het geld.” Ook zet Katadreuffe zijn trots op zij en vraagt een lening aan zijn vader. Hij stelt het belang van zijn studie boven zijn ego dat gekrenkt wordt wanneer hij naar zijn vader om geld gaan vragen. P.124:“Vader, ik kom een lening bij u sluiten.’ ‘Waarvoor, Jacob Willem?’‘Ik kan mijn staatsexamen niet halen zonder privaatlessen.” Ook zie je dat Katadreuffe en zijn moeder elkaar financieel helpen in moeilijke tijden. Hier is het geld dus een middel om te laten zien dat ze om elkaar geven, ook al is hun contact niet optimaal.


Niets is onbereikbaar in het leven, maar het vraagt wel zijn prijs.
Katadreuffe is in dit boek degene die dingen bereikt heeft, die door zijn omgeving niet voor mogelijk werden gehouden. Hij groeit uit van arme bastaard tot advocaat van stand.Katadreuffe heeft dit mede te danken aan zijn vader, al is het indirect. Zijn vader zorgde voor de strijdlust in hem, de ijzeren discipline en de wil beter te zijn dan zijn vader. Ook zijn moeder heeft hem hierbij geholpen, door hem streng op te voeden en hem onafhankelijk laat zijn. Hij heeft zijn droom waargemaakt, maar toch heeft het zijn prijs. Deze prijs is Lorna te George, de vrouw op wie hij verliefd was, maar die hij heeft laten schieten omdat hij zijn carrière voor alles liet gaan. Motto:A sadder and a wiser man, He rose the morrow morn. Als je dit vertaalt krijg je: een droevigere en een wijzere man, hij werd de volgende morgen wakker. Dit motto geeft evenals het thema aan dat Katadreuffe ondanks zijn overwinning toch ‘iets’ verloren heeft.

De nieuwe zakelijkheid de sombere en korte stijl waarin het boek Karakter is geschreven en daarnaast nogmaals het gekozen onderwerp het zakenleven.

Het boek begint in het leven waarin een moeder en zoon geld tekort komen, het verhaal bevat flashbacks en speelt zich af in Rotterdam en Den Haag.

Het boek Karakter geschreven door F. Bordewijk is een zeer literair boek en kenmerkt zich voor de nieuwe zakelijkheid; daarmee is het een boek in donkere stijl is geschreven. De roman van vader en zoon geeft een realiteitsschets van het 'oude' Nederland, waarin het bestaan van een uitkering of überhaupt het hebben van dezelfde kansen arm of rijk nog niet in het gezamenlijke moraal bestond. Hoewel de hoofdpersoon Katadreuffe in dit boek verteld dat niets onbereikbaar is in het leven tegen een prijs, voor hem geld hiervoor hard werken, vallen en weer opstaan. Een zeer toereikend boek voor hardwerkenden en mensen die hun dromen willen waarmaken!






vrijdag 20 mei 2016

Max Havelaar Of de Koffie-veilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappij door Multatuli (1860) gelezen in klas 5. (Verplicht)



De schilderijen zijn typische werken van de romantieke kunst omdat er een koppel (liefde) en een vrouw met een paraplu (emotie) in een park is afgebeeld (natuur) of een vrouw met een paraplu (emotie) daarnaast wijzen de kleuren in het schilderij op decadentie; een subjectieve gevoelswereld (door de kleuren) in een objectieve wereld (het park) en op de creativiteit wat een tegenstelling vormden op de nabootsing welke in de Verlichting veel voorkwam.



De schilderijen hebben typerende aspecten van het impressionisme namelijk de beleving van het moment vaak in het luxe leven en de buitenlucht daarnaast de aandacht voor de lichteffecten en de schetsachtige werkwijze.






Het realisme staat bekend om haar alledaagse gebeurtenissen waaronder vaak de hardwerkende en zwetende arbeiders, voor het eerst werd de realistische werkelijkheid weergegeven.

donderdag 5 mei 2016

De engelenmaker door S. Brijs (2005) gelezen in klas 5. (Niveau 5)


DE ENGELENMAKER S. BRIJS (2005)


De Engelenmaker geschreven door Stefan Brijs.
Uitgegeven in 2005 door Atlas Contact Uitgeverij, bevat 428 pagina’s.
Het boek is een psychologische roman.

Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende afwijking. Na enkele bijzondere genezingen wordt de dokter toch aanvaard in het dorp en gestaag groeit zijn populariteit. Zijn kinderen zijn echter zelden te zien en dat voedt de geruchten. Langzaam groeit het besef dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Maar er blijkt meer aan de hand, niet alleen met de kinderen, ook met de dokter zelf die, gegijzeld door zijn verleden, een beslissing neemt die hem onsterfelijkheid moet bezorgen. De engelenmaker is een roman vol geruchten en rumoer, gefluister en geroddel. Een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft. (Flaptekst)


Ik ben het boek gaan lezen, omdat ik van meerdere vrienden had gehoord dat het een goed boek was. Naar mijn mening zeker niet onterecht, ook ik zal het zeker aan vrienden aanraden!

Het boek zit vol spanning, je wordt aan het begin helemaal op het verkeerde pad gezet en dit blijft ook zo. Elke keer weer wordt je op een pad naar een verklaring gezet, door de schrijver. Maar elke keer lijk je weer totaal op het verkeerde pad te zitten. De wending blijft dan ook totaal onverwacht. In het boek word een flashback gebruikt waardoor je het verhaal steeds meer gaat begrijpen. Er zit een bepaalde verdieping (Victor Hoppe’s jeugd) in het verhaal waardoor je steeds meer gaat snappen. Door de onwetendheid die in het boek blijft hangen blijft het boek ook zeer spannend.

Het boek gaat om de strijd tussen Goed en Kwaad waarbij ook het geloof wordt betrokken door middel van Victor’s godswaanzin. Het geloof is in het boek een belangrijk uitgangspunt, het geeft het verhaal vorm zo is Victor Hoppe geobsedeerd in nieuw leven creëren omdat hij vindt dat god het kwaad zelf is omdat god levens neemt.

Victor Hoppe heeft als kind een tijd in een internaat voor debielen gezeten omdat hij door zijn moeder verstoten werd na zijn geboorte, vanwege zijn hazenlip. Hij heeft Asperger (een vorm van autisme), en is door allerlei gebeurtenissen in zijn leven geobsedeerd geraakt met het creeëren van leven, omdat God in zijn ogen slecht is. Doordat hij asperger heeft, kan hij vrijwel geen emoties tonen. Hij lijkt dan ook gevoelloos te zijn ten opzichte van 'zijn' kinderen (die hij gekloond heeft in een draagmoeder), en laat ze zonder er naar om te kijken sterven. Op het eind van het boek pleegt hij zelfmoord door zichzelf te kruisigen.

Charlotte Maenhout - Charlotte is een gepensioneerd onderwijzeres, die de nanny wordt van de drieling van Victor. Ze bekommert zich erg om de drie, en vindt het gedrag van hun vader nogal eens merkwaardig. Als je steeds meer met hem in discussie gaat daarover, valt ze een keer van de trap, omdat hij een dreigende stap in haar richting zet, waardoor ze omkomt.
Zuster Marthe - Toen de jonge Victor in het gesticht zat, ontfermde deze zuster zich over hem, die er al gauw achter kwam dat hij niet debiel was.
Rex Cremer - Rex begeleidt Victor vanuit de universiteit met zijn kloon-experimenten. Als Victor duidelijk te ver gaat grijpt hij niet in. Daarom voelt hij zich later schuldig. Hij komt om door een auto-ongeluk aan het eind van het boek.

Er is sprake van een impliciet auctoriale verteller. De lezer kan daardoor in alle personages meeleven aangezien hij de gedachten van allen weet.

In het boek is er vaak sprake van een data vermelding. Er is een deel dat zich plaats rond 1984 en een deel dat zich afspeelt in Victor’s jeugd rond 1950. Het verhaal speelt zich vooral af in een Duitstalig Belgisch dorpje Wolfheim, dichtbij het drielandenpunt.

De Engelenmaker is een geweldige psychologische roman, hoewel het een bepaalde dikte heeft kom je er snel doorheen omdat het spannend blijft. Het is een échte ‘Pageturner’. Hoewel het boek spannend is en de onwetendheid van de schrijver blijft vasthouden is het boek duidelijk en niet té moeilijk.

Reize door het Aapenland door G. Paape (1788) gelezen in klas 5. (Verplicht)

REIZE DOOR HET AAPENLAND DOOR G. PAAPE (1788)

HET LAND VAN FIA

Een vliegtuig voor mij een life-changing uitvinding, aan het vliegtuig dank ik als internationaal cultuur onderzoeker mijn werk. Het vliegtuig heeft gezorgd voor een verbreding van kennis en wijsheid. Nederland daarentegen is alleen maar achteruitgegaan door uitvindingen, neem bijvoorbeeld de telefoon of televisie, wanneer zijn we nog in gesprek met iemand face-to-face of wanneer spelen we nog buiten. Ik herinner me nog dat ik vroeger elke zondag middag met mijn vriendin naar het park ging om vlinders te spotten en toen ik een vlinderboek voor mijn verjaardag kreeg, opgewonden naar mijn vriendin ben gerend en niemand ons de volgende vijf uur gezien heeft. Aangezien wij verzonken waren in het fantastische vlinderboek. Dat zou ik nooit inruilen tegen een telefoon. Wat is er gebeurd met Nederland, waar is de zogenaamde solidariteit? De gemeenschappelijke belangen of bezigheden en de belangen om voor elkaar te zorgen, allen verdreven door die verschrikkelijke telefoons en televisies.

Ik kijk op het scherm voor mij, India is nog zo’n 12000 km waarover we nog zo’n 6 uur gaan vliegen op een hoogte van 2,6 km. De meter van de hoogte schommelt tussen zo’n 2,5 tot 3 km hoogte, mijn ogen op het scherm houdend probeer ik te slapen. Dan schrik ik wakker, het lijkt alsof mijn hoofd volgepompt wordt met lucht mijn oog valt op de hoogte meter, die ik zie zakken naar 2 km, 1,5 km; het lampje waarschuwt dat de gordels om moeten, 1 km; ik hoor steeds meer mensen schreeuwen, op 800 meter hoor ik een vrouwelijke stem praten ‘Get as soon as possible at the emergency slides, please hurry to the emergency doors, take kids by hand, please try to stay calm. Helaas, is alleen aan haar stem al te horen dat het niet goed gaat, het geschreeuw en gehuil van mensen wordt erger. Ik pak kinderen van vrouwen aan en geef ze door naar de deur bij de glijbanen. Uiteindelijk ben ik aan de beurt, ik trek aan het touwtje van mijn reddingsvest. het blaast zich op en dan spring ik.

Dan word ik wakker door een krijsende meeuw, waarvan mijn oren tuiten. Alsof het wil zeggen ‘Gaat het goed?’ of ‘Ga weg, ga weg’ of zelfs ‘Ja, je leeft nog!’. Tegelijkertijd kijk ik om me heen en ondervind ik dat ik hier alleen ben op het eiland. Voor me zie ik een uitgestrekte blauwe zee, ik probeer het vliegtuig te zien. Maar na ongeveer vijf minuten heb ik alles afgezocht en niks gezien. De meeuw loopt me voorbij, nog harder krijsend. Ik volg het en het loodst me naar een rots, ik sta versteld als ik een zonnestraal in de grot zie vallen. Ik ren voorbij de, eindelijk stilgevallen meeuw. Ik pers me door de scheur waardoor de zonnestraal heen viel. Mijn adem stokte, een trilling liep over mijn lijf en mijn ogen fronste uit zichzelf. Daar stond ik, op een rots uitkijkend over een ‘paradijs’, een paradijs heeft meerdere betekenissen en geen van die betekenissen voldoet aan dit paradijs. De zon staat recht voor me, ik zie een tiental watervallen waaromheen zich regenbogen vormen. Alle architectonische hotels, natuurparken of andere gebouwen vallen hierbij in het niets. Ik veronderstel me dat ik hier mensen zal moeten vinden om ooit terug te keren, al vraag ik me af ‘Wil ik nog wel terug, naar het lelijke en ongezellige Nederland.’ Op mijn reis door het paradijs van Fia, ondervind ik de meest verbazende verschijnselen. Deze verschijnselen heb ik in wetten opgemaakt, welke ik zal noemen de wetten van Fia.

§  De eerste wet van Fia; Kleine dieren zijn groot en grote dieren zijn klein. (Uitzondering! de dieren die een gemiddelde grote hebben, neem de meeuw blijven hun eigen grootte)
Meerdere fantastische vlinders ben ik tegengekomen. Niet te missen voor het menselijk oog, zwevend in groepen een vliegend kleurenfestival! Alle vlinders hebben een geschatte lengte van tachtig centimeter!. Verderop kwam ik een olifant tegen, een olifantje moet ik eigenlijk zeggen. De grootte was vergelijkbaar met de grootte van een kat.

Mijn vlinder aantekeningen.
Phoebis Philea, geel met oranje gekleurd. In Fia 60 cm lang. Het mooiste geel wat ik ooit heb gezien!
Hamadryas Laodamia, zwart met blauw gekleurd. In Fia wel 1 meter lang! (ÉÉN METER!!!)
Cethosia Pentheseliea, alle kleuren bij elkaar. In Fia 50 cm lang.
Philaethria Dido, groen met bruin gekleurd. In Fia 80 cm lang. Een werkelijk beeldschoon dametje!

§  De tweede wet van Fia; Dieren zijn vegetarisch, ze eten niet anders dan wat aan bomen groeit of bomen zelf.
Hier kwam ik al snel achter nadat de meeuw me al zo’n vier uur achtervolgde, dat hij bladeren en stokjes in zijn vacht meenam en zo zag ik hem daar later aan knabbelen.

§  De derde wet van Fia; Dieren zijn solidaritair, ook kruisingen van verschillende dieren.
Zo kwam ik net een reuze bij tegen en liet hij twee bananen vallen, voor mij en mijn vergezellende vriend de meeuw. Dat deze dieren solidaritair zijn vind ik fantastisch. Dat ze alleen vruchten van bomen eten en die dan ook nog eens delen! Wat ik net zag, zullen jullie nooit geloven. Ik zat bij een van de mooie watervallen, waaromheen zich die fantastische regenbogen vormen alsof de waterval een ketting omheeft. Een frisse duik genomen met de mij nog steeds vergezellende meeuw zag ik een vlinder en kikker samen aan de waterkant spelen, tikkertje nog wel. De kikker gebruikte zijn tong om de vlinder aan te raken, die mega tong aangezien de kikker zo’n 4 maal groter is dan in Nederland. Verderop zie ik een aap en een koalabeer samen aan takken rondslingeren. De solidariteit die zich in Nederland heeft weggespoeld, is hier onder de dieren volop merkbaar. Neem de reuze bij die ons net eten kwam brengen en de dieren die elkaar niet opeten maar elkaar eten verzorgen.

§  De vierde wet van Fia; Geen wind

Hoewel Fia, waar ik nu ben een eiland is. Heb ik nog geen wind gezien, geen bewegende blaadjes of fris windje. De temperatuur is hier rond de 28 graden. Hoewel ik nog geen regen heb gehad, is het hier groen van de bossen en mooiste planten. Er zal dus zeker weleens regen vallen, niet zoveel als in Nederland maar natuurlijk wel precies genoeg om alles zo mooi groen te krijgen.

maandag 2 mei 2016

Mariken van Nieumeghen (1518) gelezen in klas 5. (Verplicht)


MARIKEN VAN NIEUMEGHEN (1518)

Het waar gebeurde en wonderbaarlijke verhaal van Marieke uit Nijmegen, vriendin van een loverboy en uiteindelijk slachtoffer.

Op een dag liep Marieke in de stad, zuchtend opzoek naar een cadeau voor oom Gijsbrecht. Als de zon al onder is en Marieke na eindeloos zoeken iets leuks heeft gevonden, gaat ze opgelucht op weg naar haar vriendin; Luna met wie ze de avond en nacht zou doorbrengen. Na een snelle maaltijd vliegen de meiden naar boven en na twee uur komen ze opgetut beneden in hun glimmende jurkjes en hoge hakken. De vriend van Luna komt ze ophalen en samen met hem komt Mike mee. Marieke stapt in de auto en gaat naast hem zitten, ‘Wauw écht een knappe gozer!’ fluistert ze nog net in Luna’s oor, terwijl Luna instapt en naast haar vriend op de bijrijdersstoel gaat zitten. Mike fluit als Marieke naast hem gaat zitten ‘Ach, hou op ik moet bijna blozen’ fluistert Marieke tegen hem. Eenmaal aangekomen bij de club doet Mike de deur van de auto open, Marieke stapt uit en trekt net op tijd nog even haar (misschien wel iets te korte) jurkje naar beneden ‘Dankjewel zegt ze blozend’.

Roddelend over de knappe Mike lopen de dames de club in, de jongens praten even met de uitsmijters en volgen dan de dames. Marieke vertelde Luna over de prachtige bruin golvende haren, de mooie groenblauwe ogen en het brede lichaam van Mike,  Marieke kon Mike’s ogen die haar volgden van de bar naar de dansvloer voelen branden op haar rug. Als hij niet keek, draaide ze haar hoofd zo dat ze een blik kon vangen van zijn lichaam, zijn oh zo gespierde lichaam en als Mike dan met zijn blauwgroene ogen oogcontact maakte, kreeg Marieke zo’n heftig draaiend gevoel in haar buik van de zenuwen.

Marieke is zestien jaar oud als ze haar eerste vriend Mike krijgt, een verzonnen relatie, zo blijkt later. Hij gaf haar het gevoel dat ze speciaal was, nam haar mee naar zijn vrienden en op een gegeven moment was het dan zover. Mike nam haar mee uiteten, ze hadden gelachen en gezoend en na een heerlijke avond vroeg Mike of Marieke bleef slapen, hij verlangde zo naar Marieke en Marieke naar hem. Marieke appte oom Gijsbrecht dat ze bleef slapen bij haar vriendin Luna. Het was een spannende, romantische nacht en Mike en Marieke hadden geen oog dichtgedaan. Maar de ochtend daarna ging het mis.

Mike vroeg Mariken een paar dagen mee weg te gaan, Marieke twijfelde, maar Mike moest wel echt van haar houden ‘dacht ze’, hoe kon hij haar anders zo’n leuke avond bezorgen en al die cadeautjes, lieve opmerkingen en ze had zelfs een van de mooiste ringen gekregen? Dus na veel wikken en wegen stemde ze in en na een paar dagen was het dan zover ze gingen op reis, samen. Marieke had er een draaierig gevoel bij van de zenuwen. Ze reden een heel eind met de auto, in Antwerpen had Mike een romantische kamer geboekt en ze zouden het fantastisch krijgen samen dat dacht Marieke tenminste.


Het gebouw was hoog en met grote ramen, er zat een vrouw achter de balie. Mike noemde zijn achternaam en zo kreeg Mike de sleutel. De sleutel waar de hel begon, Marieke stapte een rood verlichte ruimte in, gevuld met massagestoelen allemaal afgescheiden van elkaar met grauwe gordijnen. Marieke kneep angstig in Mike’s hand maar tot haar schrik siste hij ‘Je masseert ze en laat ze genieten van je’, terwijl hij dreigend in haar arm kneep. Een scheut van pijn, angst en paniek vloog door Marieke’s lichaam….

dinsdag 5 april 2016

Excuses voor het ongemak door H. Hogenkamp (2006) gelezen in klas 5. (Niveau 4/5)

EXCUSES VOOR HET ONGEMAK DOOR H. HOGENKAMP (2006)
Geschreven door Wytske Vissers.

De Nederlandse literatuur lijkt het patent te hebben op anti-helden. In de jaren vijftig begon Willem Frederik Hermans met het beschrijven van mensen die het niet helemaal gemaakt hadden, die wat minder geluk hadden, waarmee hij de identificatie van de lezer met deze romanfiguren problematiseerde. Ook vandaag blijft de ‘mislukking’ schrijvers inspireren: in de debuutroman van Hans Hogenkamp, Excuses voor het ongemak, maken we kennis met een nieuwe anti-held: Edo Kleingeld.
Edo Kleingeld is een man van rond de veertig. Hij werkt als onderzoeker bij een bedrijf dat de kijkcijfers van tv-programma’s registreert en daar uitdraaien van maakt. Vrolijk of somber zou je hem niet kunnen noemen. Hij lijkt weinig emoties te hebben, of toont ze in ieder geval niet. Zodra hij begint te drinken laat hij zich van een meer menselijke kant zien, maar over het algemeen zou je hem kunnen omschrijven als ‘vlak’.
Zijn illegale schoonmaker, de Somalische Bayya, vraagt hem op een dag of zijn zuster misschien op Edo’s adres ingeschreven mag worden. Het gaat alleen om een adres, zo verzekert hij hem. Maar na een paar dagen trekt zus Chandrani bij Edo in. Ze zal hem niet tot last zijn, wil Bayya nog benadrukken. Of ze misschien gebruik mag maken van de magnetron, dan hoeft ze maar een keer per week in de keuken te koken. Maar natuurlijk gaat Chandrani, de ietwat lelijke zus van Bayya, niet weg en tussen Edo en haar ontstaat zelfs een relatie – met de onvermijdelijke vrijscène.
Per ongeluk deelnemer
Tegenwoordig lijden sommige mensen niet meer aan het leven, maar ‘nemen ze er per ongeluk deel aan’. Dit lijkt ook Edo te overkomen. Hij is geen gelukkig persoon, maar is ook niet ongelukkig. Hij is een onïnspirerende man, lijkt weinig te voelen, heeft weinig meningen, weinig genoegens. Er is niet veel dat hem stoort, ja kleine dingen, zoals een afstandsbediening die niet goed ligt. Er is dan ook niet veel dat hij kan overbrengen aan de lezer. Zijn gedachten zijn vaak oninteressant; wat hij denkt is oppervlakkig, of hij maakt loze opmerkingen. Ondertussen gebeurt er in de roman van alles waar hij op zou kunnen reageren, maar dat doet hij niet. Hij beweegt zich in een moderne samenleving, maar zou eigenlijk niet weten hoe het leven er hier uit zou moeten zien.
Slechts een mogelijkheid
Hogenkamp heeft de gevoelloosheid en apathie van Kleingeld goed neergezet. Zo goed dat Edo mij volkomen koud liet; zelfs het medelijden ontbreekt. Het geeft de roman geen kracht; het maakt weinig indruk. Edo wordt geen schrijnend figuur, zoals sommige karakters in de boeken van Houellebecq, waar je soms van walgt, of ontzettend medelijden mee hebt. Edo steekt tegen deze personen een beetje magertjes af, waardoor andere punten die Hogenkamp eventueel zou willen maken ook niet goed uit de verf komen.
Misschien wil Hogenkamp de lezer helemaal geen vragen opdringen over de moderne samenleving, en is dit geen geëngageerde roman. Excuses voor het ongemak is vooral een ironische schets van Nederland, waar op Koninginnedag de ergste dingen gebeuren en het saboteren van de kijkcijfers niet veel genoegen geeft. Het verhaal geeft een bij vlagen grappig beeld, dat echter nergens echt verontrustend wil worden. Het beeld van een moderne samenleving dat Hogenkamp ons voorlegt, is te vrijblijvend.

woensdag 6 januari 2016

De zaak 40/61 door H. Mullisch (1961) gelezen in klas 5. (Niveau 5)

DE ZAAK 40/61 DOOR H. MULLISCH (1961)

Algemene informatie
Auteur: Harry Mulisch
Titel: De zaak 40/61
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1990 (14e druk)
Jaar van eerste uitgave: 1962
Aantal pagina’s: 194
Genre: reportage

Samenvatting
Het boek/ de reportage gaat over het proces tegen Adolf Eichmann in 1961. Harry Mulisch woont het proces bij en vertelt over zijn ervaringen. In het boek gaat Mulisch op zoek naar de persoon Eichmann, Mulisch verdiept zich in wie Eichmann is en minder in wat hij eigenlijk gedaan heeft. Hij construeert dat Eichmann iemand is met een bijzondere persoonlijkheid. Hij is een machine die in het systeem van de nazi-structuur slechts blindelings opdrachten uitvoerde. Eichmann beroept zich dan ook telkens op het “Befehl ist Befehl”. Eichmann wordt ter dood veroordeeld en opgehangen.
Mulisch wisselt zijn verslag over het proces af met beschrijvingen van bezoeken aan historische plaatsen in Duitsland zoals Eichmann’s werkplek, het landgoed Wannsee waar het besluit werd genomen over de vernietiging van de Joden. Daarnaast geeft hij nog in een viertal hoofdstukken persoonlijke beschouwingen over de gezags- en hiërarchie structuur van de nazi-top en over de motieven van met name Hitler om het jodendom te willen uitroeien.

Het thema van dit boek is : Mulisch’ zoektocht naar de beweegredenen van Eichmann om deel te nemen aan Hitlers plan, om alle joden volledig uit te roeien.

Jodenvervolging; Een van de motieven in dit boek is de Jodenvervolging. Mulisch gaat op zoek naar redenen voor de Nazi's om de joden uit te roeien. Ook beschrijft hij in diverse stukken hoe deze Endlösung der Judenfrage uitgevoerd werd.
Machine vs. mens; Een ander element dat vaak in het boek aan bod komt is het vergelijken van bepaalde mensen met machines. Mulisch beschouwt Eichmann meer als een machine dan een mens, omdat deze bevelen zonder vragen uitvoerde en zich altijd hield aan de regels die hem werden opgelegd.
Schuldvraag; De schrijver stelt de volgende vraag vaak ter discussie; in hoeverre is Eichman schuldig en kunnen zijn daden hem aangerekend worden? Ook behandelt hij de vraag of Eichmann slechter is dan Hitler en Himmler.

Beoordeling

Schrijfstijl
‘De zaak 40/61’ is het moeilijkste boek dat ik tot nu toe voor mijn Nederlandse literatuurlijst heb gelezen. Niet alleen de schrijfstijl en de zinnen zijn van hoog niveau, maar ook de filosofie maakt het een lastig te lezen boek. Naarmate ik vorderde in het boek, merkte ik dat Mulisch veel kennis heeft over diverse onderwerpen, niet alleen over de Tweede Wereldoorlog, maar ook over andere historische gebeurtenissen/ tijdperken en over filosofische ideeën. Hij gebruikt vaak bepaalde definities/begrippen die voor  mij onbekend waren en het nog lastiger maakten om zijn ideeën te begrijpen.

‘’Als wij morgen allemaal kommunist of ondernemer worden, bestaat de dreiging onverminderd voort – tot aan het einde der tijden. Want de tegenstelling tussen onszelf en onszelf bestaat voort. En mijn mathematische gevoel zegt mij dan, dat iedere mogelijkheid op een dag verwerkelijkt zal worden, zij het morgen, zij het over duizend jaar; ook Adam en Eva moesten, de oneindige tijdsruimte in aanmerking genomen, met mathematische zekerheid op een dag van de Boom der Kennis eten, - de slang was de tijd.’’ ( bladzijde 184)

Ruimte
Een groot deel van dit boek speelt zich eigenlijk nergens af, behalve in het hoofd van de schrijver, Harry Mulisch. Dit komt omdat dit boek grotendeels bestaat uit inzichten en gedachten en niet uit gebeurtenissen. Het verhaal begint bijvoorbeeld met een schets van Eichmann en zijn levensloop. Dit speelt zich eigenlijk niet in een specifieke ruimte af.  De eerste ‘ruimte’ die we tegenkomen is Jeruzalem, waar het proces tegen Eichmann plaatsvindt. Een ander deel vindt plaats in Duitsland, in Berlijn en aan het eind van het boek ook in Polen, in de concentratiekampen Auschwitz en Birkenau.


Vertelperspectief
Een belangrijk aspect van dit boek is dat het non-fictie is. Harry Mulisch schrijft dit boek vanuit zijn eigen ervaringen en gedachten. Dit doet hij onder andere door het gebruik van een dagboek.  Het gebruikte vertelperspectief is het ik-perspectief. Toch vind ik het lastig om een specifiek vertelperspectief aan dit boek te koppelen. De levensloop van Eichmann bijvoorbeeld, die Mulisch aan het begin van het boek behandelt, bestaat uit feiten. Het is een biografie. Een biografie kan uitsluitend in de derde persoon geschreven zijn. Naar mijn mening hoort bij dit gedeelte en bij diverse andere gedeelten in het boek geen vertelperspectief.

Eindoordeel

Het eerste woord dat in mij opkomt als ik dit boek moet omschrijven is : lastig. De schrijfstijl is erg moeilijk en ook de gedachten en ideeën die de schrijver heeft, waren soms moeilijk te volgen. Het begin van het boek is wel goed te lezen. Daar beschrijft hij de persoon Eichmann en lees je zijn dagboek, waarin hij zijn ervaringen beschrijft omtrent het proces. Erg bijzonder vond ik de drie foto’s van Eichmann, die Mulisch aan het begin van het boek heeft geplaatst. De eerste is eigenlijk een pasfoto. Op de tweede foto heeft de schrijver één helft van het gezicht genomen, en deze gespiegeld, zodat er een symmetrisch gezicht ontstaat. Op de derde heeft hij dit met de andere gezichtshelft gedaan. De drie foto’s zijn heel verschillend en vertonen allen een totaal ander beeld van Eichmann.  

Het middenstuk is erg ‘droog’. De schrijver gaat dieper in op de beweegredenen van Eichmann en haalt hier een aantal historische gebeurtenissen bij. Het boek eindigt met het bezoek van de schrijver aan de concentratiekampen Auschwitz en Birkenau. Dit vond ik erg indrukwekkend om te lezen. 

Een goed punt van dit boek is dat het soms best wel controversieel is. De schrijver uit bepaalde dingen, waarmee veel mensen het niet eens zouden zijn. Erg goed vond ik zijn uiting, waarin hij eigenlijk zegt, dat er niets veranderd is in deze wereld. Er zou nog steeds een Hitler kunnen opstaan die mensen oproept om een bepaalde groeperingen uit te roeien en waarschijnlijk zouden wij , de mensen, hetzelfde doen als de Duitse volk toen deed: participeren.

Alhoewel het boek dus ‘pittig ‘ is om te lezen, vond ik het wel interessant. De schrijver beschrijft in sommige stukken op welke wijzen de nazi’s geprobeerd hebben de Joden volledig uit te roeien en wie daarbij betrokken waren. Voor dit boek wist ik weinig over Eichmann, terwijl deze een heel belangrijke rol heeft gespeeld in Hitlers plan. Hij is verantwoordelijk geweest voor het transport van honderdduizenden Joden naar de concentratie- en vernietigingskampen.  

zaterdag 2 januari 2016

Turks fruit door J. Wolkers (1969) gelezen in klas 4. (Niveau 4)


TURKS FRUIT DOOR J. WOLKERS (1969)

I Algemene informatie.
Jan Wolkers, Turks fruit.
Eerste druk in 1969 in Nederland, Amsterdam.
192 Pagina’s

Turks Fruit is een liefdesroman, het onderwerp dat centraal staat is de relatie tussen Erik en Olga.

De hoofdpersoon van Turks Fruit is een beeldhouwer die in Amsterdam woont en werkt.
Hij heeft eerst een relatie met Olga. Ze gaan trouwen en beleven een gelukkige tijd. Hij maakt beeldhouwwerken voor haar, ze reizen door Nederland en hebben vooral veel seks. Maar later wordt Olga ontevreden over het huwelijk, omdat haar moeder haar opstookt. De hoofdpersoon en Olga gaan scheiden. Zijn leven wordt een grote puinhoop. Hij neemt heel veel meisjes mee naar zijn huis, maar vergelijkt ze allemaal met Olga. Ondertussen heeft Olga een nieuwe relatie, maar die loopt ook op de klippen. Van haar derde én vierde echtgenoot gaat ze eveneens scheiden. Ze komt van een reis door Amerika terug naar Nederland. Niet lang daarna belt de moeder van Olga de hoofdpersoon op. Olga heeft een hersentumor, en is geopereerd. De wortels zitten er nog, dus ze zal zeker sterven. De tumor verklaart Olga’s rare gedrag in de tijd vlak voor de eerste scheiding en de tijd daarna. Het laatste half jaar van Olga’s leven is de hoofdpersoon bij haar. Dan sterft ze.

II Recensie
Turks fruit.

Turks fruit geschreven in Amsterdam door Jan Wolkers, een liefdesroman die velen lijkt te grijpen in haar macht. Seksuele capriolen uit het boek die legendarisch zijn geworden zo het moment waarbij de voorhuid van Erik in de rits van zijn spijkerbroek vastzit. Jan wolkers een beeldhouwer, schilder en Nederlands schrijver. Hoewel hij zichzelf meer beeldhouwer voelde en zijn prijzen voor het schrijven allertijd weigerde, wordt hij gerekend tot de beste auteurs in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Turks fruit wordt bevooroordeeld als schokkend boek met daarin pagina’s besmeurd met seks.

Wat men een ‘typisch’ Nederlands boek of film noemt, behoort seks toe. Zó ook dit boek, schokkende verhalen over seksuele capriolen en hartstochten. Gewekte verwachtingen en vooroordelen over het boek lijken op het eerste gezicht waar. Zonder de seks had dit boek wellicht geen kans gehad van slagen maar de hoofdpersoon Erik karakteriseert zich steeds meer tot een écht reëel persoon, te vergelijken met een enkele Nederlander. Het misleidende begin, waarin Erik zich zet tot seksuele uitspattingen met meerdere vrouwen en hun beoordelend alsof het kleren zijn, ontwikkeld het verhaal zich tot een échte liefdesroman met gevoel, humor en liefdesverdriet. Familieruzies en gestook van een moeder zorgt voor de scheiding, vanaf het moment dat kanker een rol gaat spelen in het verhaal wordt de seks achterwege gelaten, hierdoor blijft het verhaal respectabel en waardig. Uiteindelijk ziet de moeder in dat zij een fout heeft begaan en wordt het hart van Erik getest. Zo ontstaat een verband tussen dood en liefde, het hele boek is naar dit punt gericht. Gekenmerkt met motieven van eenzaamheid en berouw. De dood en liefde die uiteindelijk lijnrecht tegenover elkaar komen te staan, een zoveel meer gecompliceerd boek dan ik had gedacht. Echter buitenom de seksuele capriolen en hartstochten tóch nog een bijzonder mooi liefdesverhaal van lust, overspel en liefdesverdriet tot een verhaal dat wordt ingepakt door de dood en de saamhorigheid die liefde veroorzaakt.

Van pagina’s besmeurd met seksuele uitspattingen tot een drastische wending, waarbij liefde op de proef wordt gesteld. Het boek is op de uitzonderlijke schrijfwijze een aanrader. Details en seksuele capriolen die je aandacht erbij houden tot een wending waarbij je de tranen kan wegpinken.